Het IJsselmeer, het grootste zoetwatergebied van Europa. Nederlands grootste verblijfplaats van vogels, internationaal als Wetland erkend
en tevens Vogelrichtlijngebied, cultuurhistorisch erfgoed, een schitterend natuurgebied en... de enige nog open plek met vergezicht !
© MK-DATA 2011-2020
OUDE WEBSITE IJSSELMEERVERENIGING
1972 - 2020 - al 48 jaar !
16-09-2011 - Evert Voogt, in memoriam
Al weer enige tijd geleden, op 16 mei van dit jaar
overleed - oud bestuurder en activist van onze
vereniging - Evert Voogt, volkomen onverwacht
op zijn vakantieadres in Groot Brittanië.
Wij vroegen oud voorzitter Henri Goverde, die
destijds nauw met hem samenwerkte zijn
herinneringen aan Evert op te schrijven. Voor wie
hem gekend hebben een belangrijke herinnering,
voor wie hem niet kende: goed om te weten.
Het bestuur van de IJsselmeervereniging wenst de familie en naaste bekenden van Evert Voogt veel sterkte bij het
verwerken van het verlies van deze bijzondere man.
Evert Voogd, In Memoriam
(Hilversum, 21.4.1944 – Lake District, 16.5.2011)
Tijdens zijn vakantie in het Lake District (UK) is Evert Voogd plotseling gestorven, op 16 mei van dit jaar. Wie een cynisch
klinkend grapje wil: Evert zorgde vaker voor verrassingen. Op zijn sterfdag speelde Evert nog door mijn hoofd. Want ik
herinnerde me op die datum een speciaal voorval met Evert. Enkele jaren geleden kwam ik in de vroege avond thuis, nadat
ik een goede kennis die op 16 mei jarig was, had helpen begraven. Mijn dochter liet me binnen met de woorden ‘er is een
verrassing voor je’. In de huiskamer zat Evert, glunderend en inmiddels aan het diner want mijn vrouw is gastvrij en weet hoe
je voedsel in meer porties kunt verdelen. In de afgelopen 25 jaar zorgde Evert een aantal malen voor een dergelijke
verrassing. Hij was dan op een wandel- of fietstocht in de buurt en besliste impulsief aan te bellen, al dan niet met een bos
bloemen in de hand. Kortom, Evert investeerde in onze verhouding en dat pakte altijd goed uit. Wanneer hij vertrok, even
plotseling als hij gekomen was, zeiden we welgemeend: ‘vergeet niet langs te komen, wanneer je weer eens in het Rijk van
Nijmegen bent’. Gelukkig deed hij dat dus af en toe.
Zonder elkaar te kennen, meldden Evert en ik ons tijdens een VBIJ voorjaarsbijeenkomst, waarschijnlijk in 1974, als leden
die ook actief wilden zijn. Ik zie Evert nog zijn hand opsteken. Wij voelden affiniteit met het fundamentele, radicale en echt
politiek denken over ruimtelijke ordening zoals dat in actiegroepen als ‘Markerwaard van de kaart’ en ‘Schiphol Twee, Nee!’
werd verwoord. In 1974 kwamen Marten Bierman en Roeland Heeck met hun ‘Plan Waterlely’. Dit plan werd door Evert en
mijzelf (h)erkend als reëel alternatief voor de toenmalige RO-aanpak met overloop van Amsterdam naar de regio en dus een
Markerwaard en TNL als zogenaamd onvermijdelijke oplossingen. In 1975 traden we toe tot het bestuur van de VBIJ. Evert
zag ons als een tandem die de race overnam van Marten en Roeland. We werkten samen vooral van 1975-1980. Evert
bewonderde de analytische werkwijze van Roeland en benoemde zichzelf al snel tot VBIJ-denktank. Als voorzitter voelde ik
me vooral verantwoordelijk voor uitdragen VBIJ-verhaal, organisatie vereniging, ontwikkeling betrekkingen met gelijkgezinde
organisaties en opbouw contacten met beleidsmakers en beslissers. Evert was kritisch op deze punten: oppositie was bitter
nodig en dan mocht je niet te dicht tegen het beleid schurken, en al helemaal niet jezelf laten inkapselen bijvoorbeeld door
‘Markermeer advies’ in de Raad van Advies voor de RO (1982-1986). Ook de eerste grote manifestatie samen met de vissers
te Volendam (onder de inderdaad wonderlijke slogan ‘Markerwaard, Goud Waard’) was aan Evert niet besteed. Evert
produceerde liever fundamentele notities over bijvoorbeeld volkshuisvesting, landbouw, en waterhuishouding. Zijn denkkracht
was erin vertaald tot strakke redeneringen verwoord in scherpe korte zinnen, zeer kritisch voor ‘Den Haag’. Anderzijds
stimuleerde de eigenzinnigheid van Evert bestuur en beleidsraad van de VBIJ om pittige inhoudelijke debatten te voeren.
Daardoor konden vele actieve leden in hun publiek optreden (fora, HISWA, markten) het VBIJ-verhaal goed vertellen.
Evert had minder oog voor wat zijn omgeving aankon. ‘Haalbaarheid’ was geen term in zijn woordenboek. Dat had zijn prijs.
Zijn doctoraal-scriptie bleef lang liggen, omdat hij de ‘afschrikkingstheorie’ (Koude Oorlog) te rechtlijnig fileerde, althans
volgens zijn begeleider. In werksituaties veroorloofde hij zich net te veel vrijheid. Later bevrijdde hij zich zelfs geheel van
loonafhankelijkheid. Wel troffen we hem enkele malen terug met ingezonden brieven in de NRC over uiteenlopende
onderwerpen. Tijdens zijn verrassingsbezoeken beklaagde hij zich wel eens: ‘ze beoordelen je op reputatie, niet op wat je te
melden hebt’. Zijn artikelen, aangeboden voor de opiniepagina, waren kennelijk teruggebracht tot ingezonden brief.
Evert was verbaal een rationalist; ook over zijn privé-zaken, zijn trots (op zijn dochters bijvoorbeeld), zijn hobby’s
(verbouwingen in huis, vogelgeluiden, fiets- en wandeltochten) communiceerde hij zelden emotioneel maar in overdachte,
logisch rationele termen. Persoonlijk bewonderde ik zijn originaliteit hierin. Hij bracht je een andere zienswijze bij op tal van
domeinen. Je werd geprikkeld tot denken. Tegelijkertijd besefte ik dat zijn verhaal meestal zo hermetisch was dat repliek
geen hoofddoel kon zijn.
Evert behoorde tot de tweede generatie leden van de VBIJ. Helaas moeten we van de eerste generaties VBIJ-leden al
meerdere saillante persoonlijkheden missen. Tot mijn spijt kan Evert ons nu ook niet meer verrassen. Ons rest goede
herinnering, dankbaarheid voor zijn inbreng en medeleven voor zijn directe familie.
Henri Goverde
(VBIJ-voorzitter 1975-1980)