Het IJsselmeer, het grootste zoetwatergebied van Europa. Nederlands grootste verblijfplaats van vogels, internationaal als Wetland erkend
en tevens Vogelrichtlijngebied, cultuurhistorisch erfgoed, een schitterend natuurgebied en... de enige nog open plek met vergezicht !
© MK-DATA 2011-2020
OUDE WEBSITE IJSSELMEERVERENIGING
1972 - 2020 - al 48 jaar !
09-04-2012 - "40 Jaar IJsselmeervereniging" (speech Jos Teeuwisse)
Inleiding
In 1912, honderd jaar geleden, stapte Jacq P. Thijsse
samen met zijn vrouw in Stavoren op de fiets om inspiratie
op te doen voor zijn boek “Langs de Zuiderzee”. Dit boek
was het eerste van een reeks door Verkade uit te geven
boeken met landschapbeschrijvingen. Kennelijk werd ook
100 jaar geleden het Zuiderzeegebied boeiend genoeg
gevonden om er een populair plaatjesalbum van te maken.
In het boek beschrijft Thijsse de cultuurhistorie, de natuur en de economie van het gebied. Nu zouden we zeggen de
ecologie, de economie en de esthetiek van het gebied. De basiskwaliteiten van het landschap. En dit is ook de basis van
de IJsselmeervereniging van nu.
(Meerdere keren schrijft hij dat de stadjes die hij bezoekt alles behalve dood zijn, (een knipoog naar Havard.)
Waar komen we vandaan?
Tachtig jaar geleden werd de Afsluitdijk gedicht en ontstond het IJsselmeer. Thijsse sprak daar ambivalent over. Hij
voorzag wat er verloren zou gaan, maar zag ook dat het veel goeds kon brengen.
Veertig jaar geleden werd de Vereniging tot Behoud van het IJsselmeer opgericht. Die vereniging was het te doen om het
behoud van een waardevol landschap. Het landschap van wat nu het Markermeer heet.
De geschiedenis van de Vereniging is goed vastgelegd in het boek “VBIJ 1972-2002, dertig jaar pal voor een zee van
ruimte”. Toen bestond er een acute dreiging n.l. de inpoldering van de Markerwaard en de aanleg van een 2e luchthaven.
Door slim actievoeren en grote dossierkennis werd het doel van de VBIJ in tien jaar tijd bereikt. De VBIJ’ers van het
eerste uur wisten ook de publiciteit goed te benutten. Er werd een tijdschrift, boeken en films gemaakt (zijn vandaag te
zien en ook te koop).
In 1977 verscheen het boek “Nederland is bijna klaar” en de film “Waterweg”. Daarin wordt al het idee geopperd dat het
IJsselmeergebied de status van een Nationaal Landschapspark moest krijgen (Groene nota’s).
In 1987, op het symposium “Van behouden naar beheren” werd de conclusie getrokken dat er een “Integraal beleidsplan
voor het IJsselmeergebied gemaakt moest worden. Dat kwam er in 1990 (DHV). Alles leek hiermee gelukt te zijn. De
gemeenschappelijke vijand was verslagen. Hoe nu verder? Er ontstonden financiële problemen en interne conflicten. Nog
even kwam er een opleving toen in de tweede helft van de jaren 90 een nieuwe vijand opdoemde: IJburg. Die strijd werd
verloren. Ondanks een verdere professionalisering en een samenwerkingspact met de Waddenvereniging en de Stichting
Noordzee leek de vereniging vast te lopen. Er moest wat gebeuren.
Waar staan we nu?
Het bestuur van VBIJ realiseerde zich dat alle activiteiten in feite gedaan moesten worden door een klein clubje actieve
mensen met een beperkte professionele ondersteuning. Meerdere partijen waren ervan overtuigd dat een sterke NGO
voor het IJsselmeergebied nodig was. In 2005 werd er een nieuw samenwerkingsverband gestart. Het Oude VBIJ werd
IJsselmeervereniging en er kwam een nieuw VBIJ: Stichting Verantwoord Beheer IJsselmeer. Deze VBIJ is een
samenwerkingsverband van Landschap Noord-Holland, It Fryske Gea, Flevolandschap, de Waddenvereniging en de
IJsselmeervereniging. Dit zorgde voor een sterker financieel en maatschappelijk draagvlak.
De situatie nu is dat er twee NGO’s zijn die zich als belangenbehartiger van het IJsselmeergebied opwerpen. De een is
een organisatie van vrijwilligers en leden en de ander is een organisatie met betaalde krachten en met sterke banden
met belangrijke natuurbeschermingsorganisaties rond het IJsselmeer. Twee organisaties met min of meer hetzelfde doel
werkt echter ook verwarrend. Beide besturen zijn dan ook nu doende om te kijken hoe de verdere samenwerking het
beste gestalte kan krijgen.
Belangrijk hiervoor is dat tijdens de ALV van de IJsselmeervereniging in oktober jl. is besloten dat we bij veel zaken
nauwere aansluiting zoekt bij de VBIJ. In feite vullen de kwaliteiten van beide organisaties elkaar goed aan en ligt een
nog intensievere samenwerking voor de hand. Het gaat beide organisaties immers om het IJsselmeergebied. De VBIJ is
sterk in lobby en bestuurlijke processen. De IJsselmeervereniging beschikt over deskundige leden en voert een actieve
PR strategie. De VBIJ is goed ingebed in de wereld van overheden en partijen die belang hebben bij het gebied, de IJV
creëert draagvlak onder bewoners en gebruikers van het gebied.
Beide organisaties realiseren zich dat ze in het verleden te veel reactief te zijn bezig geweest en dat deze tijd vraagt om
een meer pro-actieve opstelling.
Waar gaan we naar toe?
De tijden zijn sterk veranderd. Veertig jaar geleden was er één partij die bestreden moest worden n.l.
Rijk/Rijkswaterstaat. Nu zijn er veel partijen die plannen ontwikkelen voor het gebied: goede en slechte en met onze
kleine apparaten is dit veel moeilijker opereren.
Onlangs hoorde ik dat er maar liefst 250 partijen zich bezighouden met het IJsselmeergebied. De meeste partijen zijn
gericht op deelgebieden of deelaspecten. VBIJ en de IJV zijn de enige NGO’s die zich sterk maken voor de kwaliteiten
van het gehele gebied.
Een innige samenwerking tussen beide partners is vooral hard nodig omdat het IJsselmeergebied nog steeds van vele
kanten wordt bedreigd. Denk aan de plannen voor buitendijks bouwen, voor grote windmolenparken en een
hoogspanningsleiding door het gebied.
Al deze plannen worden ontwikkeld terwijl bijna het hele gebied een Natura 2000 status heeft.
En de waarde van het gebied neemt alleen maar toe als klimaatbuffer en strategische zoetwatervoorraad.
Toch zijn er nog te veel instanties die een open gebied als het IJsselmeer als restruimte beschouwen, ruimte waar je nog
van alles kunt ontwikkelen. Naar ons idee mist dit gebied een echte nationale status. Voor mij is het onbegrijpelijk dat in
2005 bij het aanwijzen van de Nationale Landschappen het IJsselmeergebied die status niet heeft gekregen, want het is
immers een landschap van nationale allure. Wij vinden dan ook dat het gebied die status alsnog moet krijgen. Natuurlijk
weten we ook dat dit kabinet het beleid van de Nationale Landschappen heeft overgedaan aan de provincies, maar er
zijn er een paar zoals Het Groene Hart en de Nieuwe Hollandse Waterlinie die een wezenlijk deel uitmaken van onze
nationale identiteit en daar hoort het IJsselmeergebied zeker bij. Wij gaan dan ook tegen de stroom in pleiten voor een
Nationaal Landschap Het Blauwe Hart. Die status is nodig om aan al die initiatiefnemers en ontwikkelaars duidelijk te
maken dat we hier met een zeer waardevol gebied te maken hebben
Dat betekent niet dat er niets zou mogen en kunnen in het gebied. De constante in het landschap is immers verandering.
Ook in het IJsselmeergebied. Maar belangrijk is dat er bij iedere ontwikkeling een evenwicht blijft bestaan tussen de
economische, ecologische en esthetische kwaliteiten van het gebeid.
Daarnaast is het van wezenlijk belang dat het IJsselmeergebied een plaats krijgt in de harten van veel meer mensen. Het
gebied moet meer van de samenleving worden, dan is de bereidheid tot beschermen van kwaliteiten ook veel groter.
Daarom zijn wij ook niet tegen het plan Marker Wadden van Natuurmonumenten. Wij zien dit eerder als een kans dan als
een bedreiging. Door beleefbare natuur te realiseren langs de nu nog kale Houtribdijk worden de eerder genoemde
kwaliteiten versterkt. Dat heeft een meerwaarde. Bedreigingen kun je het best afwenden door waarde toe te voegen.
Wel vinden wij dat de aanleg van dit project tevens gepaard moet gaan met een open verbinding tussen Markermeer-
IJmeer en IJsselmeer. Wij streven naar een zo natuurlijk mogelijk zoetwatersysteem voor het hele gebied.
Behalve ons streven naar een Nationaal Landschap Het Blauwe Hart en onze inspanningen om dat Blauwe Hart naar de
mensen te brengen blijven wij ook actief in het stimuleren van lokale en regionale groepen in hun strijd tegen
bedreigingen. Wij bieden naar vermogen onze deskundigheid aan die anderen kunnen benutten in hun gerechtvaardigde
streven om op te komen voor de kwaliteiten van het gebied. Dat stimuleren doen we o.a. door jaarlijks een
onderscheiding uit te reiken aan een persoon of groep die zich bijzonder heeft ingespannen voor de waarden van het
IJsselmeergebied. Het is mij dan ook een groot genoegen om bekend te maken dat de Marten Biermanprijs 2012 gaat
naar “Urk Briest” een groep die zich in de afgelopen jaren fel heeft verzet tegen de komst van een groot windmolenpark
vlak bij Urk en die strijd onverminderd voorzet zolang nog niet alle strijdmiddelen zijn benut. Deze prijs zullen wij later in
dit jaar gaan overhandigen.
Uitleiding
Ik ben aan het einde gekomen van mijn bijdrage. Ik zei al eerder dat wij ons zullen inspannen om het IJsselmeergebied
meer naar de mensen te brengen. Dat kun je doen met woord, beeld en geluid. Dat geluid komt dadelijk van het
Weespertrekvaart Mannenkoor. Het beeld krijgt u te zien in de vorm van foto’s en films en woorden zijn er al veel
gesproken vandaag, maar meer impact hebben boeken. Wij zijn dan ook bijzonder trots dat we dadelijk kunnen overgaan
tot de presentatie van een bijzonder boek en een bijzonder tijdschrift die beide gaan over het unieke landschap van het
Zuiderzeegebied en IJsselmeergebied. Maar voordat ik ruimte ga maken voor die presentatie wil ik nog een aantal
personen bedanken:
•
Alle vrijwilligers van VBIJ en IJsselmeervereniging die zich in de afgelopen veertig jaar sterk gemaakt hebben voor
dit gebied.
•
Het Zuiderzeemuseum dat deze middag onze gastheer was
•
De sprekers van het minisymposium
•
Al degenen die hebben bijgedragen aan de realisatie van boek en tijdschrift
•
Alle aanwezigen dat jullie deze bijzondere gebeurtenis met ons willen vieren
•
Degenen die maanden lang gewerkt hebben om deze bijeenkomst tot een succes te maken en in het bijzonder
Kees Schouten die bijna dag en nacht gewerkt heeft aan het welslagen van deze bijeenkomst.
Het is dan ook vanzelfsprekend dat Kees het eerste exemplaar van het boek straks gaat uitreiken, maar eerst zal de
‘ontdekker’ en vertaler van de pittoreske reis langs de dode steden van de Zuiderzee, Lex Wapenaar kort het woord tot u
richten.
IJsselmeervereniging, Enkhuizen, 7 april 2012, Jos Teeuwisse (voorzitter)