Het IJsselmeer, het grootste zoetwatergebied van Europa. Nederlands grootste verblijfplaats van vogels, internationaal als Wetland erkend
en tevens Vogelrichtlijngebied, cultuurhistorisch erfgoed, een schitterend natuurgebied en... de enige nog open plek met vergezicht !
© MK-DATA 2011-2020
1972 - 2020 - al 48 jaar !
28-09-2009 - Milieu Effect Rapport Windmolenpark Noordoostpolder
Wij berichtten eerder over de plannen voor een groot windmolenpark op de dijk van de
Noordoostpolder, nabij Urk. Inmiddels is de wettelijk voorgeschreven MER gereed. Het
document omvat 221 pagina’s, dus beperken wij ons bij deze voorlopige reactie tot enkele in
het oog springende zaken.
Door Jan Baron
De algemene informatie, de omschrijving van het plangebied, de wens van de overheid
windenergie een steeds grotere rol te laten spelen, enz. laat ik voorlopig onbesproken. Het
gaat nu vooral om de vraag of het MER zorgvuldig is samengesteld en dat de ecologie eerlijk
benaderd is.
Landschappelijk herontwerpen
Zo kwam ik op blz. 54 het hoofdstuk 4.5 tegen dat gaat over het landschap, de ruimtelijke kwaliteit, cultuurhistorie en archeologie.
Onder 2 aandachtsbolletjes staat iets over twee benaderingen te weten:
- Streven naar inpassing in de bestaande identiteit van het landschap: hier gaat het om de minimalisering van de nadelige invloed van de
turbines op kenmerken die de huidige identiteit van het landschap bepalen.
Of:
- Streven naar het creëren van een nieuwe identiteit, hierbij gaat het om een kenmerkende verschijningsvorm van het windpark als
zelstandig gegeven en in wisselwerking met eigenschappen van het landschap.
Verder in het document zal blijken dat de opstellers gekozen hebben voor de tweede benadering. Waarom deze keuze gemaakt is wordt
duidelijk op blz 55 waar onder het kopje “Landschappelijk ontwerpen” gesproken wordt over de feitelijke onmogelijkheid de huidige generatie
turbines in het landschap inpasbaar te maken. Men spreekt in dit verband over “ landschappelijk herontwerpen”.
Citaat:”Hoewel dit gedachtengoed nog volop in ontwikkeling is, onderstreept deze benadering wel dat de suggestie dat windturbines
landschappelijk kunnen worden ingepast niet meer reëel is”.
Vervolgens wordt het IJsselmeer beoordeeld als een landschap waarin inpassing nog wel mogelijk is vanwege de grootschaligheid daarvan.
Dat is natuurlijk volstrekt in strijd met de Integrale Visie IJsselmeergebied die nu juist als belangrijke kernwaarde het ontbreken van
bouwsels omschrijft. De open horizon, de rust en het ontbreken van beweging die door mensen worden veroorzaakt.
Als de Minister deze benadering aanvaard, dan handelt zij in strijd met de Nota Ruimte en zou de consequentie moeten zijn dat zij deze
beleidsnota wijzigt en deze aan de Kamer voorlegt. Als dat gebeurt, wordt het IJsselmeer een soort bedrijventerrein.
Je ziet ze wel, je ziet ziet ze niet, ofwel mist en kletskoek.
Op blz 58 wordt het een en ander opgemerkt over de zichtbaarheid van de geplande turbines. Er wordt gesteld dat het verschil tussen een
ashoogte van 100 meter en 135 meter relatief is. Citaat:” De hogere turbines zullen theoretisch van een grotere afstand zichtbaar zijn Op
een afstand waar de turbines met een ashoogte van 100 meter niet waarneembaar zijn, zullen de turbines van 135 meter ook beperkt
zichtbaar vanwege de invloed van weer omstandigheden”.
Dit valt onder de omschrijving ‘kletskoek’. Wat je nu ziet aan turbines rondom het IJsselmeer, die overigens een ashoogte hebben van
minder dan 100 meter, is al uiterst storend. De algemene weersomstandigheden in dat gebied kenmerken zich door de bijzondere
helderheid van de atmosfeer waardoor zeer grote zichtafstanden mogelijk zijn.
Op blz 60 staat een mistig verhaal over de “ beleving” van de turbines door passanten en inwoners. Er worden in dit verband drie zaken
onderscheiden:
- De persoonlijkheid van de waarnemer.
- De ervaringen en situatie van de waarnemer.
- Het gevoel voor esthetiek van de waarnemer.
Daar kom je natuurlijk nooit uit. Daarom hebben de samenstellers van de Integrale Visie IJsselmeergebied nu juist ( en met succes) getracht
een gemeenschappelijk noemer te formuleren. Die is door de Minister en door de Kamer aanvaard, maar wordt in deze MER niet
gehanteerd.
Vleermuizen aan de monitor
Op blz 160 en volgende wordt iets opgemerkt over de verschillende soorten vleermuizen. Uit de tekst blijkt, dat de samenstellers van die
materie vrijwel niets weten. Zoveel is onbekend dat men vlucht in een monitoringsprogramma nadat het windpark gerealiseerd zal zijn. Er
worden tijdens de realisatie ( de bouw) geen belemmeringen verwacht maar de mogelijke effecten tijdens de exploitatie zullen “gemonitord”
worden. Hoezo monitoren, breken we die dingen weer af als de invloed op vleermuizen ( beschermde diersoort) erg groot blijkt te zijn?
Onderzoeksrapport bureau Waardenburg in de la van plannenmakers Op blz 163 staat dat in de periode 2005-2007 een concept MER is
opgesteld.
Door wijziging van het toetsingskader is deze MER verder niet van toepassing verklaard. Ik heb het vermoeden dat hier sprake is van het
onderzoek door Waardenburg dat op verzoek van o.a. de VBIJ in samenhang met het geplande windpark Wieringermeer zou worden
opgesteld. Dat was tenminste met de Provincie Noord-Holland afgesproken. Gebleken is, dat de initiatiefnemers van het windpark N.O.P. de
publikatie van dat rapprt hebben tegengehouden.
Kennelijk beviel de inhoud niet. De huidige MER (waarover we nu spreken) kan dus een afgezwakte versie zijn geworden van wat er eerder
op papier heeft gestaan.
Omloopvoorziening
Die oploopvoorziening is bedoeld de gevaren van aanvaringen te bezweren. Het betreft het beruchte vaarwater “de Rotterdamse Hoek”
waar het water heel diep is en de golven bij zuidwesten en westenwind erg hoog. Een oploopvoorziening, in dit geval een soort onder water
staande vooroever, moet op drift geraakt schepen tegenhouden.
Dit wordt tevens verkocht als rustgebied voor vogels omdat het een luwte zou creëren. Het zou tevens een fourageerplek voor de vogels
zijn. De vraag is of het verstandig is vogels met een fourageergebied aan te trekken onder al die moordend ronddraaiende wieken.
Op blz 168 worden verstoringseffecten besproken. Er wordt aangegeven dat met name een aantal eendensoorten verstoord zullen worden.
De merkwaardige conclusie in het MER is, dat grote turbines, in de 5-8 megawattklassen, een kleiner verstorend effect hebben dan kleinere
exemplaren. Omdat de toepassing van de grootste turbines met zich mee brengt dat er daardoor minder exemplaren nodig zijn, wordt
daaruit geconcludeerd dat deze een kleiner verstorend effect hebben. Ik kan dat alleen maar omschrijven als wensdenken. Wel wordt op
dezelfde pagina aangegeven dat er verstoring optreed bij met name de buitendijkse opstellingen.
Conclusies
Na nog een merkwaardige opvatting over natuurschoon en landschap (open water is geen natuurschoon dus….), al weer een onderzoek
naar wel of geen onderwatergeluid overlast, terwijl daar van alles over vast staat, wordt tot conclusies gekomen die je even ernstig als
wanhopig kunt zien:
Op basis van de gedetailleerde effectbeschrijving is beoordeeld of, gezien de actuele staat van instandhouding in het Natura 2000 gebied
kans is op significant negatieve effecten.
Geconcludeerd is dat ten gevolge van de individuele windparken, maar ook ten gevolge van het gehele windpark Noordoostpolder,
significante negatieve effecten worden uitgesloten op de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000 gebieden.”
En verder
“Uit de effectenbeschrijving blijkt dat ten gevolge van zowel de indiviuele parken als een combinatie van het gehele windpark
Noordoostpolder voor alle beschermde soorten significante effecten zijn uitgesloten op de instandhoudingsdoelstellingen uit het ontwerp-
aanwijzingsbesluit van het IJsselmeergebied als Natura 2000-gebied bedreigd of die de gunstige staat van instandhouding van de
betreffende soorten aantast. Dezelfde conclusie geldt voor de doelstellingen die voor het gebied zijn gesteld vanuit de Vogel- en
Habitatrichtlijnen.”
Er wordt volstrekt voorbijgegaan aan de kernvraag waar het in dit geval om gaat.
Waarom vindt de Minister dat dit bijzonder risicovolle project uitgevoerd moet worden terwijl
wij allemaal weten dat de ecologische toestand van het IJsselmeergebied niet aan de gestelde
eisen voldoet en zelfs geleidelijk verder achteruit gaat. Waarom worden dergelijke
bedreigingen voor het IJsselmeer telkens weer op tafel gelegd? Ook de IJsselmeer vereniging
erkent de noodzaak van verduurzaming van energiewinning maar stelt daarbij vragen bij het
rendement van windenergie in relatie tot de grove verstoring van landschap en natuur, die in
het geval van het IJsselmeer onacceptabel zijn.
Er moet een plan op tafel komen dat het mogelijk maakt het IJsselmeergebied tot een
natuurgebied van Europees formaat te maken. Niet meteen denken aan dure plannen maar
probeer de natuurlijke processen te herstellen. En eh…. Maak van het IJsselmeer geen
bedrijventerrein.
OUDE WEBSITE IJSSELMEERVERENIGING