Het IJsselmeer, het grootste zoetwatergebied van Europa. Nederlands grootste verblijfplaats van vogels, internationaal als Wetland erkend
en tevens Vogelrichtlijngebied, cultuurhistorisch erfgoed, een schitterend natuurgebied en... de enige nog open plek met vergezicht !
© MK-DATA 2011-2020
OUDE WEBSITE IJSSELMEERVERENIGING
1972 - 2020 - al 48 jaar !
Energiewinning in en om het IJsselmeer/Markermeer
Publicatie: 17 mei 2019
Een eerste studie
De vier op het IJsselmeer betrokken provincies hebben begin 2018 opdracht gegeven tot een
verkenning naar de ruimtelijke mogelijkheden voor energiewinning en opslag in het
IJsselmeergebied. Aan een cluster van bureaus waar gerenommeerde landschapsarchitecten
(Palmboom/H+N+S) deel van uitmaken. Dus de landschappelijke inpassing wordt van het begin af
stevig meegenomen. Anders dus als bij de incidentele, maar grootschalige plannen tot nu toe,
waarbij aantasting van het landschap als onontkoombaar gegeven werd geaccepteerd. Of er zelfs
maar helemaal niet over werd nagedacht. Deze verkenning is nu beschikbaar en als bijlage hier
te downloaden.
Deze verkenning is dus geen rijkstaak meer. Het rijk kijkt straks natuurlijk wel of de voorgestelde
inspanning voldoende energie gaat opleveren. Maar het is nog erg onduidelijk hoe de verkenning
IJsselmeer zich verhoudt tot het landelijke energieproject dat berust op een vijftal tafels
(gebouwde omgeving, landbouw, industrie, mobiliteit, energie) waarin ideeën over
energiebesparing en groene energiewinning moeten worden geformuleerd en getoetst op
haalbaarheid en tempo. Zeker is wel dat de afwegingen voor het IJsselmeergebied zullen worden
opgenomen in de zg Regionale Energie Strategieën (RES). Deze zullen per provincie worden
opgesteld. Voor Noord-Holland overigens twee. Het maken van de Regionale strategieën staat
nog maar aan het begin en kan nog geruime tijd duren. Ook omdat de manier waarop dit moet
gebeuren en dus ook nog de participatie van de bewoners daarbij nog ontwikkeld moet worden.
En ook de opgave allerminst helder is.
De studie is eind januari besproken in het Bestuurlijk Platform IJsselmeer, dat sinds kort met een
integrale taakstelling, gebaseerd op de Agenda IJsselmeer 2050 functioneert. De studie is daarbij
niet formeel vastgesteld, maar gezien als een richtinggevend perspectief dat wordt “vertaald” in de
Regionale Strategieën per provincie. Bovendien moet de studie nog worden aangevuld met
gegevens over natuur, waterrecreatie e.d. De druk om iets te laten zien is overigens groot, want
het denken over de mogelijkheden van het IJsselmeer is gekoppeld aan het tempo van de
energietafels en de doorsteek daartussen van het Rijk. De studie is openbaar, maar moeilijk te
vinden. Vandaar dat we hem nu op onze web site presenteren.
Natuurlijk kan en zal op de studie en het oordeel daarover van het Bestuurlijk Platform gereageerd
kunnen worden, maar de inspraak zal zich waarschijnlijk vooral moeten richten op de Regionale
Energie Strategieën per provincie. De voortrekkers van de regionale strategieën lijken de spil te
worden van het proces en provinciale staten het eerste
relevante politieke gremium. Dan volgt overigens nog
de formele besluitvorming via de gemeenten, die de
bestemmingsplannen vaststellen. Bij de zandwinning
Smals hebben we gemerkt hoe belangrijk deze laatste
stap kan zijn!
Het goede nieuws is dat geen grote toename van het
aantal windmolens wordt voorgesteld. Dus niet op
Houtribdijk of Afsluitdijk. In die zin heeft het verzet
daartegen van de groene organisaties, waaronder de
IJsselmeervereniging dus (voorlopig?) succes gehad.
Wel wordt op de plekken waar ze al in groten getale
staan nog uitbreiding voorgesteld, maar vooral gaan
de gedachten uit naar het combineren met andere
energiewinningmogelijkheden, zoals zonnepanelen op
de plekken waar al windmolens staan. Ook turbines
op sluiscomplexen worden overwogen.
Zonne energie wordt op een aantal plekken voorgesteld in de vorm van een reeks eilanden voor
de kust. Bij Friesland en noordelijk Noord-Holland en rond de Houtribdijk. Daar denkt men aan
een “iconisch” groot zonneveld bij Trintelhaven. Een eiland is nodig om zonnepanelen tegen
ijsgang en forse golven te beschermen. Hoe men zich dat voorstelt weten we nog niet. Misschien
kunnen eventuele eilanden een multifunctionele invulling krijgen. Dus ook van belang voor natuur
en recreatie.
Een belangrijke nieuwe mogelijkheid lijkt te zijn het winnen van warmte uit water, de zg
aquathermie. Omdat hier de transportleidingen niet te lang mogen zijn gaat het hier vooral om de
winning in IJmeer en Markermeer ten behoeve van de regio Amsterdam. Er is nog geen beeld van
welke infrastructuur daarbij hoort en of het ook echt grootschalig werkt. Er zijn bij mijn weten nog
geen proefprojecten. Verwacht wordt dat de infrastructuur zich nagenoeg geheel onder water zal
bevinden.
Over opslag van energie is ook gefilosofeerd. Maar omdat onduidelijk is in welke vorm dit zou
kunnen > waterstof, valmeren< wordt daar wellicht nog niet concreet op ingegaan.
Commentaar
In de verkenning is dus veel rekening gehouden met bestaande waarden. Dat is voor veel
aspecten een prima uitgangspunt. Maar het creëren van een aantal eilanden voor de kust van
Friesland en (noordelijk) Noord-Holland baart toch wel ernstige zorgen. Ook al omdat men deze
eilanden ziet men als multifunctioneel: energiewinning (of opslag t.z.t.), kustdefensie, natuur,
recreatie. Maar dit maakt de zaak wellicht alleen maar erger. We willen lijkt mij absoluut geen
“vereilanding” van het IJsselmeer/Markermeer. Bovendien is de studie uiterst onduidelijk over hoe
een dergelijk eiland er dan uit zou kunnen zien en of die functies wel te combineren zijn.
Bovendien is onduidelijk of al die decentraal opgewekte energie wel of een efficiënte manier naar
de gebruikers kan worden vervoerd.
Het is wel de vraag of de bescheiden bijdrage van het IJsselmeer aan de groene energiewinning,
die voortkomt uit de belangrijke rol die landschappelijke en cultuurhistorische waarden terecht is
toegekend landelijk en regionaal zal worden geaccepteerd. Of dat er grote druk komt op veel
drastischer oplossingen. Dat gaat dan echt pijn doen. Door marktpartijen zijn bijvoorbeeld al veel
verdergaande oplossingen gepresenteerd voor zonneceleilanden. Het windpark Fryslan is er ook
een voorbeeld van dat regionaal andere prioriteiten kunnen worden gelegd dan cultuurhistorie of
landschap.
De vraag is dan natuurlijk wel of je voor een paar procent van de energieopgave veel negatiefs
moet doen voor het IJsselmeer. De opgave voor Nederland is wel enorm, maar de bijdrage van dit
gebied zal altijd klein zijn vergeleken met wat de andere tafels zouden moeten presteren. Zeer
veel decentrale energiewinning roept in ieder geval de vraag op hoe de opgewekte energie en
warmte bij de gebruikers moet worden gebracht voor een acceptabele prijs.
Ook zijn er vragen over de “inbedding” van het hele proces. Hoe wordt bijvoorbeeld een redelijk
deel van de opbrengsten ten goede gebracht van het gebied. Komt er een fonds voor
natuurontwikkeling? Of: komt er een blauwdruk voor een participatieve werkwijze. Deze is
essentieel voor het verkrijgen van draagvlak. Dat zal op provinciaal moeten worden geregeld,
maar ook voor de gemeenten.
De uiteindelijke planologische goedkeuringsbevoegdheid ligt bij de gemeente. Dat zijn er dus veel.
Wellicht zonder veel begrip voor de waarden van het IJsselmeer, want zij hebben er nooit plannen
voor gemaakt en er misschien ook nog niet veel liefde voor ontwikkeld. Daarom is het belangrijk
voor het hele gebied een aantal uitgangspunten te formuleren.
Het is noodzakelijk dat er een gedragen nationaal perspectief komt op Energie en Ruimte en dat
regionale en lokale plannen worden uitgewerkt met bewoners, ondernemers en groene
organisaties. Het is daarbij essentieel dat er een positief toekomstverhaal ontstaat door het
ontwerpen vanuit kwalitatieve condities, waarbij zorgvuldig wordt gekeken naar hoe en waar de
ruimtelijke impact van de energietransitie passend kan zijn, met respect voor de leefomgeving.
Het is daarbij nodig de energietransitie te koppelen aan andere ruimtelijke transitie om een
kwaliteitsslag in onze leefomgeving te kunnen maken. Hierbij speelt de tijd een grote rol: wat komt
er tot 2030, maar ook wat erna? Het is nodig een stappenplan te maken tot aan 2050 voor de
(ruimtelijke) transities die samenhangen met de energieopgave.
De Verkenning Energiewinning in het IJsselmeergebied is een eerste studie in opdracht
van het Bestuurlijk Platform IJsselmeergebied (BPIJ). Als lid van het Regio Overleg
IJsselmeergebied (ROIJ) en de Gebiedsagenda IJsselmeergebied 2050 kan de
IJsselmeervereniging haar standpunt inbrengen. Op de ALV van 30 maart j.l. heeft
bestuurslid Frans de Nooij het gepresenteerd. In het artikel kunt u ook het rapport
downloaden.