Het IJsselmeer, het grootste zoetwatergebied van Europa. Nederlands grootste verblijfplaats van vogels, internationaal als Wetland erkend en tevens Vogelrichtlijngebied, cultuurhistorisch erfgoed, een schitterend natuurgebied en... de enige nog open plek met vergezicht !
© MK-DATA 2011-2020
OUDE WEBSITE IJSSELMEERVERENIGING
Nieuwe website Nieuws Zoeken

1972 - 2020 - al 48 jaar !

Voorstel Klimaatakkoord zet in op nog veel meer windmolens en zonnepanelen
PBL: 'Succes van voorstel Klimaatakkoord hangt af van beleidskeuzes die gemaakt worden' De klimaatmaatregelen die worden genoemd in het Voorstel voor Hoofdlijnen van het Klimaatakkoord hebben het technisch potentieel om aan het doel van 49% emissiereductie in 2030 te voldoen. De jaarlijkse meerkosten van deze maatregelen zouden neerkomen op 3 tot 4 miljard euro in 2030. Maar voldoende technisch potentieel is geen garantie voor een succesvolle realisatie. De werkelijke meerkosten, de lastenverdeling tussen en de betaalbaarheid voor burgers en bedrijven, en de effecten op milieu, ruimte en werk hangen volledig af van de keuzes voor concrete beleidsinstrumenten die de komende maanden worden gemaakt. Het is aan de overheid om duidelijke budgettaire en beleidsmatige kaders te schetsen ten behoeve van de vervolgonderhandelingen. Dat stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in zijn analyse van het Voorstel voor Hoofdlijnen van het Klimaatakkoord. Het Klimaatberaad onder voorzitterschap van Ed Nijpels heeft het voorstel van hoofdlijnen aan het PBL voorgelegd om te analyseren welke effecten de voorstellen kunnen hebben, onder meer op het gebied van emissiereductie en nationale kosten. Het PBL reflecteert in deze analyse op het voorstel als geheel en biedt daarnaast waar mogelijk per onderhandelingstafel kwantitatieve en kwalitatieve detailanalyses ten behoeve van de uitwerking van de voorstellen. Het CPB heeft een beperkte beoordeling gemaakt op budgettaire lasten- en inkomenseffecten. Niet volledig door te rekenen Omdat de instrumentatie achter de voorgestelde maatregelen summier is uitgewerkt, is het voorstel niet in zijn geheel door te rekenen. In de uitwerking tot een effectief akkoord zal een balans moeten worden gevonden tussen de mate van beprijzen, normeren en gericht subsidiëren. Keuzes vanuit de overheid ten aanzien van de beleidsinstrumenten en de budgetkaders moeten de uitwerking bespoedigen. Voor zover het nu wél te berekenen is, levert het totaal aan technische maatregelen ruwweg 3 tot 4 miljard extra jaarlijkse kosten op in 2030. Het PBL schat de benodigde investeringen op 80 tot 90 miljard euro in de periode 2019-2030. Het maatregelpakket is grosso modo in lijn met een kosteneffectieve transitiestrategie, zoals het kabinet wenst. Ook hierbij geldt dat de concrete uitwerking zal moeten uitwijzen wat de werkelijke kosten worden en wie het gaat betalen. Industrie In de industrie zijn 10 bedrijven verantwoordelijk voor ongeveer 50% van de broeikasgasemissies. Vanwege de lange levensduur van installaties richt een kostenefficiënte strategie zich in de eerste plaats op het voorkomen van vroegtijdige afschrijvingen. Zeker voor de grote bedrijven raadt het PBL aan om transitieplannen-op-maat te maken die niet alleen op 2030 maar ook op de periode 2030-2050 gericht zijn. Voor de langere termijn moeten nu al voorbereidingen worden getroffen in de vorm van demonstratieprojecten en de aanleg van de benodigde infrastructuur, zoals leidingen. Ook moet uitgewerkt worden welke mix van beprijzen, normeren en gericht subsidiëren het meest effectief is, hoeveel financiële ruimte de overheid beschikbaar wil maken en hoe de borging van afspraken vorm kan krijgen. Het maatschappelijk draagvlak voor onder andere CO2-opvang en -opslag en de verdeling van lasten tussen bedrijven en burgers, behoeft grote aandacht. Elektriciteit In het elektriciteitssysteem wordt de transitie al het meest zichtbaar in de vorm van meer windmolens en zonnepanelen. Het belangrijkste knelpunt lijkt de ontwikkeling na 2025. De elektriciteitstafel suggereert dat via sterke verdere prijsdalingen voor wind- en zonne-energie, de toepassing van wind- en zonne-energie na 2025 ook zonder steun vanuit de SDE+-regeling verder zal kunnen groeien. Het PBL acht het onzeker of die groei zal worden gerealiseerd zonder alternatief beleid. Het lijkt raadzaam nu al te starten met de voorbereiding van alternatief instrumentarium. Mobiliteit De tafel Mobiliteit heeft veel mogelijke technische maatregelen en beleidsinstrumenten in kaart gebracht, maar heeft nog geen keuzes daartussen voorgesteld. Voor realisatie van de reductieopgave voor mobiliteit in 2030 kunnen de overgang op nul-emissie wegverkeer, inzet van groene brandstoffen en betalen naar gebruik van autowegen een grote bijdrage leveren. Elk van deze drie voorstellen kent echter zijn eigen markttechnische, politieke en ruimtelijke risico's en nadelen, die in het vervolgtraject moeten worden afgewogen. Gebouwde omgeving De aanpak in de gebouwde omgeving raakt veel Nederlanders het meest direct. De voorstellen van deze tafel doen enerzijds een beroep op individuele huizen- en kantorenbezitters en stellen anderzijds voor per wijk aan de slag te gaan. Dat kan tot forse emissiereducties leiden, mits die 2 benaderingen goed op elkaar worden afgestemd. Het is daarom van belang om de wijkaanpak goed aan te sluiten bij de beleidsinstrumenten die op individueel niveau prikkels tot verduurzaming geven. Landbouw De landbouwtafel heeft een pakket van maatregelen bedacht waarmee de emissies in landbouw, het landgebruik en de glastuinbouw afnemen. Ook hier is de vervolgstap het maken van afspraken over de uitvoering en de manier waarop verplichtingen vorm krijgen. Het PBL raadt deze tafel aan meer na te denken over de manier waarop de grond wordt gebruikt, want nu wordt daar uit vele hoeken een concurrerend beroep op gedaan. Deze tafel heeft ook nagedacht over emissies als gevolg van voedselconsumptie. Die tellen nu nog niet volledig mee in de Nederlandse cijfers, maar aanpak van die emissies kunnen vanuit klimaatperspectief zeer waardevol zijn. Dwarsverbanden tussen tafels nog onvoldoende in beeld De focus in het Voorstel voor Hoofdlijnen is nog onvoldoende gericht op de dwarsverbanden tussen de 5 tafels. Zo is er een stijgende vraag naar groen gas en warmte voor warmtenetten in de gebouwde omgeving, naar biobrandstof in het verkeer en naar waterstof als nieuwe CO2-vrije optie in de industrie. Voorstellen voor de productie en levering ervan ontbreken nog grotendeels. Ook doen verschillende tafels een beroep op biomassa. De vraag naar duurzame biomassa zou zodanig groot kunnen worden dat het onzeker is of het aanbod toereikend zal zijn. Meer informatie is te vinden in de publicatie Analyse van het voorstel van hoofdlijnen van het Klimaatakkoord op de website van het PBL. bron: PBL, 28/09/18 Copyright ©2018 AgriHolland
In de onlangs gepubliceerde voorstellen van de gezamenlijke ‘Klimaattafels’ wordt rekening gehouden met de noodzaak van nog veel meer windturbines en zonnepanelen dan we nu al op het land en op zee aantreffen. Ook na 2025, als de huidige subsidie regelingen aflopen, zal er weer een extra geld nodig zijn om deze vormen van energieopwekking verder uit te breiden. Naast het gebruik voor voedselproductie zal veel huidige landbouwgrond moeten worden ingezet voor de productie van energie (o.a.biomassa) De gevolgen voor het landschap van o.a. het IJsselmeergebied dat al zwaar bezet is met windturbines en in toenemende mate met zonne-energie projecten, zien er niet gunstig uit. Zeker als we dat combineren met maatregelen tegen de toenemende zeespiegelstijging. Er is meer specifieke aandacht en studie nodig voor klimaatmaatregelen die niet de landschappelijke waarden veronachtzamen, maar juist gebruikmaken van  de mogelijkheden van dit landschap.