Het IJsselmeer, het grootste zoetwatergebied van Europa. Nederlands grootste verblijfplaats van vogels, internationaal als Wetland erkend en tevens Vogelrichtlijngebied, cultuurhistorisch erfgoed, een schitterend natuurgebied en... de enige nog open plek met vergezicht !
© MK-DATA 2011-2020
OUDE WEBSITE IJSSELMEERVERENIGING
Nieuwe website Nieuws Zoeken

1972 - 2020 - al 48 jaar !

02-02-2011 -   Voorlopig commentaar op “Houtskoolschets” Windstreek 2011
Sinds het formuleren van het huidige   ruimtelijk beleid voor windmolens: "Windstreek 2000”, zijn nieuwe ontwikkelingen in de techniek van de windmolens ontstaan en de zo langzamerhand ontstane wildgroei van molens, is binnen het provinciebestuur een poging tot nieuw beleid ontwikkeld. Dit voorstel tot nieuw beleid is door Gedeputeerde Staten behandeld op 7 december 2010 en ligt thans ter discussie.    Vanuit de IJsselmeervereniging (voorheen Vereniging tot behoud van het IJsselmeer), geven wij een voorlopig commentaar op de Houtskoolschets. Onze bijdrage is niet definitief, immers, wij wisten niet dat de Houtskoolschets op 24 januari ter bespreking op de agenda zou staan. Het is op zo’n korte termijn niet mogelijk om een afgevaardigde naar Leeuwarden te sturen. Vandaar deze poging een bijdrage aan de discussie te presenteren. Wij onderschrijven de stelling dat het toepassen van duurzame energie in evenwicht gebracht moet worden met de kwaliteit van het Friese landschap. Terecht wordt dat een uitdaging genoemd. Uit onze bijdrage zal blijken dat wij enige kritische kanttekeningen zullen aanbrengen, met name de effecten op het IJsselmeer als de voorstellen in paragraaf 5.1.1 op blz. 17 werkelijkheid dreigen te worden.   Wij zijn het pertinent oneens met de stelling dat landschappen die gekenmerkt worden door grootschalige openheid zich “relatief goed lenen voor de toepassing van windmolens”. Ten eerste: wat is de betekenis is van het woordje “relatief”. Daarin zit op zijn minst een vergelijking met iets anders in verborgen. Om welke vergelijking gaat het? Ten tweede bespeuren wij in de voorkeur voor grootschalige openheid een ontkenning van de waarden daarvan die nu juist gebaseerd zijn op die openheid. Die openheid kan zelfs een kernwaarde zijn en het toevoegen van een “nieuwe laag”, vernietigt juist die kernwaarde. De draagkracht van dergelijke grootschalige gebieden blijkt in de praktijk bijzonder klein te zijn wanneer een dominante structuur toegevoegd wordt. Immers, windturbines, en zeker de afmetingen van de exemplaren die thans gangbaar zijn, wijzigen het landschap totaal zoals in de Houtskoolschets zoals terecht op blz. 8 wordt vastgesteld. Grote windmolens zijn inderdaad niet meer inpasbaar. Het landschap wordt in feite een bedrijventerrein, dat zal ongetwijfeld het gevolg zijn.   Daarnaast moet toch duidelijk zijn, dat de dominante invloed van deze machines de gemeentegrenzen ver zullen overschrijden. Grote windturbines zijn van verre zichtbaar, vaak over en afstand van tientallen kilometers. In vrijwel alle plannen voor windenergie in het land wordt met dit feit geen rekening gehouden. Dat betekent, dat de ingevoerde laag in grootschalige open gebieden, een desastreuze invloed zal hebben op die gebieden die de provincie nu juist wil sparen door plaatsing aldaar niet toe te staan. Dat is inconsequent en zou niet moeten gebeuren.   “De huidige generatie windturbines zijn niet meer inpasbaar in het landschap”stelt u op blz. 8 onder par.5. Dat is een juiste conclusie. Na deze stelling te hebben vastgesteld, rijst natuurlijk de vraag in hoeverre de schade aan het landschap aanvaardbaar is wanneer deze enorme machines geplaatst worden. Wij missen in de “Houtskoolschets” de uitkomst van een noodzakelijk debat in de samenleving over die vraag. Dat debat wordt zelden of nooit gevoerd, ook niet in de andere provincies waar windturbines van grote afmetingen aan de orde zijn. Het gaat om de simpele vraagstelling: “willen we deze offers eigenlijk wel?” Als regel wordt deze principiële vraag vrijwel nooit vooraf aan de burgers gesteld. Dat verklaart voor een belangrijk deel het verzet tegen windparken. De overheid kan het zich feitelijk niet veroorloven dat verzet af te doen als niet ter zake doende of erger, te karakteriseren als een “niet in mijn achtertuin”mentaliteit. Een debat zo als wij dat zien, behoort direct met burgers gevoerd te worden en mag niet beperkt blijven tot de provinciale Staten en GS. Het gaat immers om de directe leefomgeving.   Wij missen tevens een onderbouwing van de kennelijke noodzaak tot steeds grotere turbines. Natuurlijk lijkt het redelijk om te stellen dat grote turbines nu eenmaal meer energie opleveren dan de bestaande kleinere exemplaren. De keuze voor grotere turbines wordt niet goed onderbouwd omdat de schadelijke gevolgen voor het landschap en natuur nergens in de Houtskoolschets worden afgewogen. Je komt er niet mee weg door te stellen dat grootschalige landschappen zich lenen voor de plaatsing van grote turbines en dat “een nieuwe laag”wordt toegevoegd. Op die wijze lijkt het of de gemaakte keuze een mooier landschap oplevert dan voorheen en dat is natuurlijk niet waar.   Ook in andere provincies gaat men het debat met burgers stelselmatig uit de weg. In Flevoland heeft men geen enkele moeite met het verwoestende plan tot de bouw van een zeer groot windpark in het IJsselmeer langs de gehele dijk van de Noordoostpolder. Ook Noord-Holland wil turbines plaatsen in het IJsselmeer nabij de dijk van de Wieringermeer. Nu maakt de Provincie Friesland dezelfde keuze, een “markante cluster” nabij de Afsluitdijk.   Die laatste keuze raakt natuurlijk ons beleidsterrein. Voor wat het IJsselmeergebied betreft zijn wij van mening dat er geen windturbines thuishoren in en rond het gebied. Als onderdeel van de Nota Ruimte staat in de “Integrale Visie IJsselmeergebied” duidelijk omschreven wat de kernwaarden van het IJsselmeergebied zijn. Gezien deze kernwaarden is het voor ons uitgesloten dat in het IJsselmeer windturbines kunnen worden geplaatst. Bovendien is het IJsselmeer een Natura 2000 gebied. Merkwaardigerwijs stelt u dat het niet wenselijk is dat in Natura 2000 gebieden windturbines worden geplaatst, maar u maakt weer een uitzondering voor het IJsselmeer. Dat is niet goed uit te leggen temeer niet, omdat dat deel van het IJsselmeer in feite een beschermd natuurgebied is waar vele vogelsoorten aanwezig zijn. Ook in dit geval verdedigt u deze keuze door te wijzen op het grootschalige landschap aldaar en daar past volgens u een “nieuwe laag” in. Ook hier negeert u de mogelijkheid dat de “grootschalige openheid”nu juist de kernwaarde is die veel te kostbaar is om aan te tasten. Hiermede maakt u dezelfde fout die het Rijk ook heeft gemaakt.   Op blz. 21 hoofdstuk 6, gaat u in op de “relatie met omwonenden”. Wat ons daarbij opvalt is, dat omwonenden zich niet alleen druk maken over “visuele aspecten- geluid en veiligheid”. Dat is veel te beperkt. Mensen maken zich minstens zo bezorgd over de waarden van het landschap die in het geding zijn. Daarover vinden wij in de Houtskoolschets niets terug. Dat vinden wij een ernstige omissie.   Resumerend: wij ondersteunen uw visie dat de huidige situatie gesaneerd moet worden met als uitgangspunt “minder turbines met meer vermogen”. Daar zit echter een grens aan die bepaald wordt door de waarden van het landschap en de beleving daarvan door de inwoners en toeristen. In de Houtskoolschets komen die waarden in gevaar door turbines toe te staan die in feite zijn ontworpen voor off shore doeleinden. Op die plaatsen waar windturbines geplaatst kunnen worden, dient een maximale masthoogte van ca 50 á 60 meter vastgesteld te worden en dient een ruime afstand met kwetsbare gebieden in acht genomen te worden. Wij kunnen in geen geval akkoord gaan met turbines in en rond het IJsselmeer.   Voorlopig laten wij het hierbij. Wij zouden het op prijs stellen wanneer u ons in de gelegenheid stelt onze standpunten in een gesprek toe te lichten. Daarbij kan volgens ons meer aan de orde komen dan alleen de keuze voor windenergie.   Tot slot.   De IJsselmeervereniging (voorheen de Vereniging tot Behoud van het IJsselmeer), maakt deel uit van de Stichting Verantwoord Beheer IJsselmeer (VBIJ). De VBIJ bestaat uit het landschap Noord-Holland, het Flevolandschap, It Fryske Gea, de Waddenvereniging en de IJsselmeervereniging. De IJsselmeervereniging adviseert en ondersteunt de VBIJ in haar streven het IJsselmeergebied verantwoord te beheren.   Namens het bestuur van de IJsselmeervereniging   Jan Baron Bestuurslid Tel: 0299-673220 en/of 06.283.676.19 Wevershof 38 1483 XK De Rijp E-mail: j.h.baron@kpnplanet.nl 
Voorlopig commentaar op “Houtskoolschets” Windstreek 2011, nota van de provincie Friesland voor de inpassing van windturbines in het Friese landschap.   De provincie Friesland is van mening dat de windturbines beter moeten worden ingepast in het Friese landschap dan nu het geval is. Er moeten er ook minder komen, maar wel groter.  Die grote moeten dan vooral komen in “grootschalige landschappen” want daar geven ze de minste overlast. Zoals vaker het geval ziet de provincie Friesland het IJsselmeer als zo’n grootschalig landschap waar je makkelijk een woud van 80 meter hoge turbines kan neerzetten. In zijn voorlopig commentaar stelt Jan Baron dat je met die laatste visie van het IJsselmeer wel een groot bedrijventerrein kan maken.
Jan Baron